Rasstandaard
Voor elk kattenras is een standaard opgesteld. Zo ook voor de Ocicat.
Die standaard vermeldt dat een Ocicat een gemiddeld tot grote, goed gespierde kat is. Hun kopje is matig wigvormig. Er is een lichte hoek in de overgang van snuit naar kaak. Bekijk je het profiel dan zie je een lichte glooiing van de neusbrug tot de wenkbrauw. De brede snuit vormt een soort vierkant. De Ocicat heeft een stevige kin met goed sluitend gebit. Volwassen katers mogen katerwangen hebben.
Opvallend zijn hun vrij grote oren. Deze zijn geplaatst op de buitenste “hoeken” van de kop en volgen de contouren van de kop. Als je in gedachten een rechte lijn trekt boven de ogen, dan staan de oren daar in een hoek van 45 graden op. Pluimpjes aan de oorpunt zijn een bonus.
Een Ocicat heeft een kenmerkende ‘tabby-M’ op het voorhoofd. De markering loopt door over het hoofd en tussen de oren, om daarna laag in de nek en op de schouders te breken in kleine spots. Op de borst hebben zij niet-gesloten halsbanden. Hoe vaker een band is onderbroken, hoe beter. Het onderste deel van de benen heeft onderbroken ringen. Op de schouders en achterpoten liggen ronde, rijkelijk verdeelde spots, die zover mogelijk naar beneden doorlopen. Rijen ronde spots lopen vanaf de schouderbladen evenwijdig aan de rugwervels tot de staart. Links en rechts heeft een Ocicat grote, goed verdeelde spots die de vorm van een duimafdruk hebben. De staart heeft horizontale strepen, liefst met spots daartussen. De buik heeft een lichtere grondkleur en is gespot. De ogen zijn omrand met de donkerste kleur, met daarom heen de lichtste kleur.
Ocicats hebben grote amandelvormige ogen. Deze zijn iets schuin geplaatst. Bijna alle oogkleuren zijn toegestaan, alleen blauw niet.
Het lijf van een Ocicat is stevig, maar toch elegant, krachtig en lenig. Ze hebben behoorlijk zware botten en spieren en hebben meer gewicht dan je voor hun grootte verwacht. De Ocicat staat op stevige, middellange, gespierde poten, die in goede verhouding zijn tot het lichaam. Ze hebben ovale voeten. Hun staart is vrij lang, niet al te dun, en loopt een beetje taps toe. De haren van de staartpunt zijn één kleur en bepalen de genetische kleur.
De Ocicat heeft een korte, glad aanliggende, satijnachtige, glanzende vacht. Zij hebben geen onderwol. De grondkleur is altijd een lichtere kleur. De spots zijn donker van kleur. De haren, behalve de staartpunt, zijn ticked. Dit betekent dat als je één haar bekijkt die meerdere kleurtjes heeft. Uiteindelijk zorgen die voor de spotted tabby tekening. Bij de classic Ocicat zie je een donkere blotched tabby tekening.
De vachtkleuren zijn zwart, blauw, chocolade, lilac, kaneel en fawn. Of deze kleuren op een zilveren ondergrond. Wit is alleen toegestaan rond de ogen, neusgaten, kin en het bovenste deel van de keel.